Cuba | Naar Cuba? Dit hoort er in je reis te zitten!

Cuba is hot en niet voor niets. Het land gaat veranderen, alleen niemand weet hoe snel. Misschien drink je wel over een paar jaar koffie uit zo’n kartonnen beker van de Starbucks (zonde … want de Cubaanse koffie is zo lekker). Of eet je een hamburger met frietjes bij de McDonald’s. En wat denk je: rijden er straks Fiat Punto’s in plaats van die mooie oldtimers over straat? En hoor je hiphopmuziek op straat galmen en is salsamuziek super suf geworden? Nou, vraag je het ons: wees niet bang, zo snel zal het allemaal wel niet gaan, maar het is nu wel tijd om te gaan.

De reisspecialisten van Riksja Cuba kennen het land op hun duimpje en geven je vier tips die in elke Cuba-reis horen te zitten. Dit mag je niet missen:

#1 Havana: oldtimers en statige bouwen

Oh, Havana is zo’n stad wat je een keer in je leven gezien moet hebben. Het lijkt wel alsof de tijd hier heeft stilgestaan: met veel stoten en gebrom zie je knalgekleurde oldtimers en oude gele bussen op straat langs rijden. Op elke hoek van de straat hoor je salsamuziek en de straten worden gedomineerd door statige gebouwen met afgebladderde verf. Het oude centrum, Havana Vieja, bestaat uit vele pleintjes, kathedralen, parken en musea waar je uren rond kunt dwalen. Ga daarna nog even kijken bij ‘The White House’ van Cuba, het Capitolio, en drink een mojito waar Hemingway vroeger ook zijn mojito’s dronk: in Bodeguita del Medio. Inmiddels kun je in Havana meer eten dan een bord met rijst en bonen en vind je in het centrum allerlei restaurantjes. ’s Avonds moet je eigenlijk nog even naar de Casa de la Musica in Miramar waar vaak bekende salsabands optreden. We wedden dat je hier niet stil kunt blijven staan!

#2 Viñales: sigaren en tabaksvelden

Cuba is het land van de tabak. Kost een sigaar van Montecristo of Cohiba hier in Nederland gauw zo’n vijftien euro, in Cuba betaal je er maar een paar euro voor. Maar roken doen we persoonlijk niet, toch vonden wij plattelandsdorpje Viñales echt de moeite waard. Vrolijk gekleurde plattelandshuisjes liggen hier in een vallei van stompe bergen (mojotes) en vele tabaksvelden. Wij kozen hier voor een casa particular, dat betekent: slapen bij de mensen thuis. Je hebt een eigen kamer met vaak een warme douche, toilet en je bent even onderdeel van een gastgezin. En wat de leukste manier is om de omgeving met tabaksvelden te verkennen? Per paard (en met gids)! Via slingerpaadjes en langs de velden hobbel je naar een sigarenboer. Hij laat je trots zien waar de bladeren drogen en als je wilt kun je je eigen sigaar rollen.

#3 Trinidad: salsamuziek

Trinidad is door UNESCO uitgeroepen tot Wereldmonument en als je door het historische centrum rijdt snap je meteen waarom. Trinidad is zo’n klein stadje met lage kleurrijke huisjes, klinkerstraatjes, oldtimers, kunstboetiekjes, huifkarren met ezels en salsabarretjes. Absoluut doen: slapen in het oude centrum en niet er buiten (wat helaas nog veel reisorganisaties doen). Wij tippen hier wederom om voor een casa particulares te kiezen, grote hotels heb je ook niet in het historische centrum. En natuurlijk moet je met een reisgids onder je arm door het oude centrum lopen (niet te missen is Plaza Mayor, het San Francisco klooster en Museo Romántico), maar wij sprongen ook achterop bij een bici-taxi en lieten ons rijden naar de buitenwijken van Trinidad waar nauwelijks reizigers komen. Zo bracht hij ons naar de basisschool in de buurt, de tabaksfabriek, lokale wasserij en de keramiekwerkplaats waar zijn oom werkt. Hij vertelde ons over het schoolsysteem in Cuba en de gezondheidszorg. Superinteressant als je geïnteresseerd bent in het echte leven in Cuba. ’s Avonds mag je natuurlijk de Spaanse trappen niet missen, waar iedereen de salsa danst en bandjes live optreden.

#4 Sierra Maestra: in de voetsporen van Ché en Fidel

De verhalen rondom revolutieleider Fidel Castro en Ché Guevara fascineren veel reizigers. Ultiem is Sierra Maestra, hier ligt het voormalige hoofdkwartier van de rebellen, de “Comandancia de la Plata”, waar het allemaal begon. Hier konden ze werken aan de opbouw van hun revolutionaire leger (wat grotendeels bestond uit lokale boeren), strategieën bepalen en met behulp van geheime kranten en radio uitzendingen draagvlak creëren bij de bevolking van Cuba. Je komt er alleen te voet en de wandeling is pittig. Kom je aan, dan lijkt het alsof de rebellen de plek pas gisteren hebben verlaten: hier en daar staan nog flessen, potten en munitie. Heb je nog wat puf over? Dan kun je nog een stukje verder klimmen naar het oude radiostation ‘Radio Rebele’ van Ché Guevara.

En dan heb je natuurlijk nog de paradijselijke stranden en zoveel meer. Bovenstaande tips zijn geschreven door de reisspecialisten van Riksja Cuba. Zij hebben zelf door het land gereisd en adviseren je graag uit hun eigen reiservaringen. Bekijk de Cuba-reizen voor jouw inspiratie.