Dit is het tweede deel van de blogserie ‘Voetsporen op de vulkaan’, het eerste deel lees je hier. Het derde deel volgt later deze week!
Ontbijten op de Mount Rinjani is topsport
Neem een boterham met zout en jam om 3.00 uur in de nacht en tadaaa: dat is je ontbijt. Mijn lichaam kreeg dit niet geregeld dus na een paar hapjes heb ik het opgegeven. Omdat het nog nacht was zou de hike naar boven nogal koud kunnen zijn. En als ik kou hoor, dan denk ik aan IJsland, en als ik aan IJsland denk, denk ik aan dik inpakken. Maar na een half uur lopen, had ik hier al spijt van haha. Zoals je wel snapt, is er om 3.00 nog geen licht dus is het hoofdlampje je beste vriend. De beklimming naar boven zou ongeveer vier uur duren, maar na twee uur begon ik me slecht te voelen. Waarschijnlijk een combinatie van het topsport ontbijt en het slaaptekort. Eerst dacht ik dat het misschien kwam door de hoogte, maar Mo gaf aan dat ik me dan naarmate we in hoogte stegen, slechter moest gaan voelen.
Op naar de summit!
De zon begon heel langzaam op te komen, het laatste uurtje ging in. Maar jeetje, wat was het afzien. Twee stappen naar boven en je viel er weer eentje terug. De top van de vulkaan bestaat uit grof zwart zand met keien. Niet de ideale situatie om stijl naar boven te lopen dus. De zon was bijna boven, maar door het ploeteren naar de top vergeet je snel een heel belangrijk ding. Genieten van de omgeving! Bob en ik lagen weer honderden meters uit elkaar en op een gegeven moment had ik mijn eigen bedachte top bereikt. Ik was op, zowel fysiek als mentaal… Dat met nog maar een kwartier te gaan. Hier heb ik op Bob gewacht en ik zag gelijk hoe laat het was. Hij verrekte van de pijn en samen hebben we dan ook besloten om ondanks de situatie hier te genieten van het prachtige uitzicht. Na deze trek naar de top staat je namelijk nog een 4 á 5 uur lange tocht naar beneden te wachten. En ik zeg je, op de top ben je echt tot de max gegaan.
De afdaling en proteïnerepen
Enigszins toch genoten begon de afdaling. Als je boven bent, lijkt een afdaling een cadeautje. Maar daar vergis je je in. Ik weet niet waar alle anderen hun energie en kracht vandaan haalden, ik was niet vooruit te branden. Het enige waar ik naar hunkerde was mijn matje in ons schattige tentje en eten, veel eten. Die proteïnerepen houden je voor het moment wel op de been, maar is geen vervanging van een volledige maaltijd. Tijdens de afdaling moet je goed uitkijken waar je loopt, want voordat je het weet glijd je op je kont naar beneden. Na wat gevloek, uitputtingskreten en wat laagjes kleren minder, zagen we basecamp liggen. Home, sweet, home! Mo, is echt een geweldige gids en heeft ervoor gezorgd dat wij de trekking op zijn best hebben ervaren. Wij mochten namelijk nog even slapen en bijkomen om vervolgens de afdaling in te gaan. Mo had een eigen plekje in gedachten om vanaf de namiddag ons kleine kamp te vestigen. Wat was het prachtig! Wij sliepen hier als enige, dankzij hem! En dat naast een hotspring, waar wij natuurlijk heerlijk in hebben gezwommen.
De nacht viel al snel en met ons buikje rond hebben we ten opzichte van de eerste nacht hier heerlijk geslapen. Fijn, weer even opgeladen! Maar om 4.00 ging de wekker weer…
Oef, dat klinkt echt als topsport! Ben je benieuwd wat er midden in de nacht gebeurt? Dat lees je in het derde en laatste deel!
No Comments